Blauwborst
Blauwborst (Luscinia svecica)
De blauwborst is een kleine, kleurrijke zangvogel uit de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae) en is verwant aan de nachtegaal. Hij wordt soms ook "de nachtegaal van het riet" genoemd, vanwege zijn gevarieerde en melodieuze zang.
Het mannetje valt op door zijn felblauwe borst, vaak met een opvallende witte of roodbruine vlek, afhankelijk van de ondersoort. De blauwborst is ongeveer 13 tot 14 cm groot.
Leefgebied
Deze soort komt voor in vochtige, begroeide gebieden zoals rietvelden, moerassen en natte ruigtes. De blauwborst komt steeds vaker voor in Nederland dankzij beter natuurbeheer in moerasgebieden en rietlanden.
Voedsel
De blauwborst is een insecteneter die zijn voedsel voornamelijk op of vlak boven de grond zoekt. In het najaar worden ook bessen en andere kleine vruchten gegeten.
Verspreiding
De blauwborst is een trekvogel. In Nederland en België is hij in het broedseizoen (voorjaar en zomer) aanwezig. In de herfst trekt hij naar warmere streken in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Zuid-Azië om daar te overwinteren.
Nestbouw
Het nest is aan de binnenzijde bekleed met paardenhaar of zachte pluisjes en goed verborgen in de dichte vegetatie op de bodem. Een legsel bestaat uit vijf tot zes groenige eieren met fijne roodbruine spikkels. De broedduur bedraagt ongeveer 14 dagen. Beide ouders zorgen samen voor de jongen.
Meeerdere ondersoorten blauwborsten
Er bestaan meerdere ondersoorten van de blauwborst. De twee bekendste zijn:
- Luscinia svecica cyanecula (witvlekblauwborst): met een witte vlek in de blauwe borst
- Luscinia svecica svecica (roodvlekblauwborst): met een roodbruine vlek